https://www.noordhollandsdagblad.nl/cnt ... 6_47242596
’Levenskunstenaar’ Jimmy van Rompu, vroegere clubarts van AZ’67, op 101-jarige leeftijd overleden
Theo Brinkman
Gisteren om 12:08
ALKMAAR
In zijn woonplaats Alkmaar is dinsdagochtend Jimmy van Rompu overleden. Van Rompu, die in de jaren zeventig van de vorige eeuw bekend werd als clubarts van AZ’67, was 101 jaar.
Met zijn weelderige witte haardos, zijn flamboyante stijl, zijn markante voorkomen en zijn rijzige gestalte was Van Rompu een opvallende man. Hij schuwde bovendien de publiciteit niet en mocht graag smeuïge verhalen vertellen.
De van oorsprong Zeeuwse Van Rompu, vroeger arts bij de Hoogovens en clubarts van Telstar, werd in de jaren zeventig arts bij AZ’67. Die club was onder leiding van de zakenmannen Klaas en Cees Molenaar bezig aan een gestage opmars in het Nederlandse voetbal. Ook de Molenaars wisten hoe ze publiciteit konden genereren en gebruiken. Wat dat betreft paste Van Rompu goed bij de club. Hij bleef verbonden aan de club tot in de jaren tachtig en maakte derhalve de gouden jaren mee, de periode waarin AZ’67 landskampioen werd, de Uefacupfinale haalde en de KNVB Beker won.
Omdat Van Rompu toegaf dat hij weleens spelers (zonder namen of clubs te nomen) met anabolen had behandeld, kreeg hij de bijnaam ’Doping Jimmy’. Het hoorde bij die tijd. Ook over de toenmalige ajax-clubarts John Rolink deden altijd verhalen over pilletjes en poeders de ronde.
In zijn boek ’De bal als oogklep’ doet Van Rompu verslag van zijn jaren in de voetbalwereld, met onder meer anekdotes over die stimulerende middelen en over belevenissen in het uitgaansleven met voetballers en scheidsrechters.
Kenmerkend voor zijn levenslust is een verhaal over een reünie van Goud van de Hout, de club van oud-spelers van AZ. Na afloop van de reünie, het was ongeveer half één ’s nachts, vroeg Van Rompu aan enkele anderen in het gezelschap ’Gaan jullie nog even mee de stad in?’ Hij was toen al de negentig gepasseerd. De meeste anderen sloegen de uitnodiging beleefd af.
Jimmy van Rompu, die een groot liefhebber van mooie (sport)auto’s was, noemde zichzelf ’een levenskunstenaar’. Dat hij dat was, zal door weinigen worden tegengesproken.